Hangi, Haka en hot&steamy in Rotorua

Niet dat we voor die $10,- mochten klagen, maar de douche op de camping was gemaakt voor Hobbits en ook hun haar lag overal, blegh! Soort van fris en fruitig reden we om half 10 weg naar de Scenic Lookout op Colson’s Hill. Door de mist zagen we echter minder dan niks, helaas! In Putaruru wilden we de Te Waihou en Blue Spring (hier komt 70% van het fleswater in Nieuw Zeeland vandaan) wandeling doen. Ik dacht dat het 5km zou zijn, maar dat was alleen heen. 10km leek me een beetje enthousiast dus we keken hoever we kwamen. Paul waarschuwde dat ik mijn goede schoenen aan moest doen, maar ik was eigenwijs. Helaas, want na 1km kreeg ik last van mijn knie en moesten we omdraaien. We hebben toch nog een leuk tochtje gehad, maar ik doe voortaan toch maar mijn bergschoenen aan, dat maakt wel degelijk verschil!

Na een half uur rijden kwamen we aan in Rotarua. Zowel de stad als het meer ligt op een breukvlak van geothermische activiteit. Dit zorgt een zwavelgeur overal ik het dorp. Wij gingen bij aankomst meteen naar het informatie centrum omdat we vanavond naar een culture show met typische Maori gerechten (hangi) wilden gaan. Er was keuze uit drie, maar ze waren allemaal best duur dus we wisten het nog niet. We besloten eerst maar naar Xbase Backpackers te gaan, daar hadden we gezien dat je ook met je campervan mocht staan. Voor de erg vriendschappelijke prijs van $9,- p.p. mocht je overal gebruik van maken, kreeg je korting op drankjes in hun bar en het allerbeste was, je kreeg $17,- p.p. korting op de shows! We kozen uiteindelijk voor het Mitai Maori Village.

Na de lunch gingen we kijken in het Kuirau Park, waar ons hostel recht tegenover zit. Op sommige plaatsen is de aardkorst hier zo dun dat kokende modder door de bodem omhoog worden gespoten. Overal zie je stoom omhoog komen en het is heel uniek om dat hete water te voelen. Haha beetje raar misschien maar ik vond dat het als erwtensoep rook.

Vanaf daar liepen we naar Lake Rotorua en door de stad heen. Onderweg besloot ik naar de kapper te gaan en Paul is op een computer gaan prutsen met de films (helaas tevergeefs). We zijn nog een beetje op souvenirjacht gegaan en hebben plannen voor deze omgeving gemaakt. Om 16.30 kwamen we weer aan bij het hostel, waar we om 17.45 werden opgehaald voor de culturele avond!

Bij aankomst werden aan een tafel gewezen met 4 ozzies. Na een drankje ging een Maori man een introductie geven en hij kon in elke taal van de zaal (16) een aantal woorden zeggen en ze welkom heten. Om 19.00 gingen we naar de hangy om te kijken naar het eten wat uit de grond kwam en vervolgens naar de rivier om naar de ‘krijgers’ in de waka (kano) te kijken. Daarna werden we naar een soort theater geleid waar hun dorp was nagebouwd. We kregen daar een show van dans, zang, verhalen en natuurlijk de traditionele haka te zien. Haka is de naam van een groep ceremoniële dansen van de Maori’s uit Nieuw-Zeeland. Door middel van deze dans probeert men de goden (voorvaderen) aan te roepen. De dans zelf bestaat uit een reeks van gebaren, vaak beginnend vanuit een door de knieën gebogen spreidstand. Men spant zijn spieren aan en slaat er vervolgens op (bijvoorbeeld achtereenvolgens op de borst, de armen en de bovenbenen). Ook probeert men door een neertrekkende beweging de kracht van de goden vanuit de hemel naar beneden (in de krijger) te trekken. Daarnaast kan men nog variëren in gezichtsuitdrukking, zoals het oogwit en een lange tong laten zien.

Ik vond vooral die haka echt geweldig om te zien. Het nationale rugby team (All Blacks) doet deze dans ook altijd om de tegenstander af te schrikken. Na de show kregen we éindelijk eten, haha ik had zwaar honger! We kregen lam, kip, aardappel, zoete aardappel, allerlei salades, knoflookbrood, chocolade cake, trifle en pavlova, dus dat was smullen! Na het eten kregen we nog een kleine tour door hun bos met wat uitleg over bomen en we kregen nog wat glowworms te zien. Om 21.30 kwamen we moe maar verzadigd weer terug bij het hostel!