Gisteravond sliepen we op een wild begroeid terrein langs de weg. We kwamen daar rond 4uur aan dus er was gelukkig veel schaduw. Vervolgens hebben we beide een beetje rust en ontspanning gehad en wat gelezen. De pasta daarna smaakte goed en we hebben enorme lol om niks gehad samen (beetje aangeschoten van de wijn ;)). Terwijl we daar aan tafel zaten kwam er in het donker ineens een dingo langs ons gesnuffeld. We waren al uitwijkmogelijkheden aan het bedenken voor het geval hij aan zou vallen, maar gelukkig liep hij door.
Vannacht was een ijskoude nacht maar daardoor hebben we heerlijk geslapen. Helaas werd ik wel wakker door bizarre hoofdpijn en deze was ook vandaag niet weg te krijgen. We vertrokken vanochtend richting Coober Pedy, een opal mijnstadje 360 km naar het zuiden. Arme Paulie moest het hele saaie stuk rijden vanwege mijn hoofdpijn en dikke ogen. Hij is het rijden ook spuugzat.
Coober Pedy wordt door de lonely planet als volgt beschreven: “Coming into Coober Pedy the dry, barren desert suddenly becomes riddled with holes and adjunct piles of dirt – reputedly more than a million around the township. The reason for all this rabid digging is opals – ’the fire in the stone’- which have made this small town a mining mecca. This isn’t to say it’s also a tourist mecca – with swarms of flies, no trees, 50C summer days, sub-zero winternights, cave-dwelling locals and rusty carwrecks in every second front yard, you might think you’ve arrived in a post-apocalyptic hell hole.”
Nou dan verheug je je er wel op om daar heen te gaan ;). We hadden niet echt keuze, we moesten echt een wasmachine, douche, ATM en supermarkt hebben en je hebt hier weinig keuze aan dorpen. Allereerst gingen we op zoek naar het volgende ‘Big Thing’, een big winch. We hadden beide geen idee wat een winch was dus eerst hebben we foto’s staan maken van een soort UFO waarna we het bordje zagen staan voor de echte big winch, haha. Het bleek een soort mijnapparaat te zijn. Daarna zijn we boodschappen gaan doen en op zoek gegaan naar de camping, al is dat een groot woord voor deze plek. Je kunt hier onder de grond kamperen in een soort mijn, maar dat is alleen als je een tent heb. Wij staan daarentegen gewoon in de felle zon op het rode zand. De voordelen zijn dat we gewoon kunnen douchen en dat ze een wasmachine en een keuken hadden. Ze hebben ook een underground tv/internet kamer maar internet is stuk, de tv is 30cm bij 30cm (securitybeelden van de pomp scherm) en je moet op houten banken zitten. Maar dat underground begrijp ik wel want het is heerlijk koel en je hebt geen last van vliegen.
Helaas bereikte mijn hoofdpijn ’s middags een hoogte, dus eigenlijk dieptepunt. Met twee zware pijnstillers ben ik in de auto gaan slapen, echt de meest ideale plek met zoveel pijn. Gelukkig stond er een flinke wind en viel de temperatuur daardoor mee. Mijn ideale huisman is de was gaan doen en heeft aardappels voor morgen gekookt! Toen ik wakker werd om kwart over vier waren de scherpe randjes van de pijn en voelde ik me gelukkig wat beter.
Leave a Reply